Een van de technieken die je kunt inzetten in je korte verhaal, is het werken met contrast. Ook wat dat aangaat, lijkt een kort verhaal op een foto.
Contrasten kunnen mede de sfeer maken. En contrasten bepalen in hoeverre de elementen van je verhaal van elkaar zijn te onderscheiden. Ze kunnen ervoor zorgen dat het onderscheid toeneemt, maar ook dat het afneemt of zelfs helemaal verdwijnt. In een foto gaat het om het verschil tussen licht en schaduw. In je korte verhaal gaat het om andere verschillen. Contrast kan je helpen met weinig woorden iets neer te zetten, en dat is bij een kort verhaal geen overbodige luxe.
Hoe je in je verhaal contrast kunt aanbrengen
1. personages
contrast tussen personages
Bij het onderscheid tussen personages kun je denken bijvoorbeeld denken aan:
- man en vrouw
- jong en oud
- introvert en extravert
- allochtoon en allochtoon
- rijk en arm
De lijst kun je aanzienlijk uitbreiden. Probeer het maar. In je verhaal kun je die verschillen benadrukken, of juist verdoezelen. Verdoezel je de verschillen helemaal, dan zijn de personages niet meer van elkaar te onderscheiden. Drijf je de verschillen op de spits, dan wordt je verhaal zwart-wit, karikaturaal, psychologisch oppervlakkig. Meestal ga je op zoek naar een balans.
contrast binnen personages
Bij het fotograferen zul je er meestal niet voor kiezen om de ene persoon volledig in de schaduw te zetten en de andere volledig te belichten. Het ligt meer voor de hand ieder persoon bij het spel van licht en schaduw te betrekken. Dat geldt ook voor een verhaal. Meestal heeft ieder personage zowel sympathieke als onsympathieke trekken, mannelijke en vrouwelijke kenmerken, ziet hij zowel de licht- als de schaduwzijde van de situatie waar hij in zit.
2. gebeurtenissen
Net als bij personages, kun je bij gebeurtenissen onderscheid maken tussen het contrast tussen gebeurtenissen, en contrast binnen gebeurtenissen.
contrast tussen gebeurtenissen
Bij het contrast tussen gebeurtenissen kun je denken aan:
* somber en vrolijk
* eenvoudig en complex
* verwacht en onverwacht
Ook deze lijst kun je heel lang maken.
contrast binnen gebeurtenissen
Een gebeurtenis is zelden helemaal het een of helemaal het ander. Rondom een begrafenis kan soms ook gelachen worden. Bij een bruiloft kan de sfeer ook om te snijden zijn. Iemand die gegijzeld wordt, kan ook liefde voor de gijzelaar voelen (het Stockholmsyndroom). Met contrasten binnen je gebeurtenissen maak je je verhaal psychologisch aantrekkelijk.
3. Andere contrasten
Hierboven bespraken we twee elementen van je verhaal uitvoeriger: personages en gebeurtenissen. Maar in principe kun je bij alles in je verhaal contrast aanbrengen:
- decor
- manier van spreken
- zinslengte
Dit heeft ook met het ritme van je verhaal te maken. Hierover schreef Thomas Verbogt een mooi deel in de Schrijfbibliotheek: Schrijven is ritme.
Een juist contrast
Er is niet zoiets als een voorgeschreven hoeveeheid contrast die altijd werkt. Belangrijk is wel:
- niet te veel
- niet te weinig
- op de juiste plaatsen
Maar wat dat concreet inhoudt, is in ieder verhaal anders. Wat in het ene verhaal te veel contrast is, kan in het andere verhaal te weinig zijn. Bij een foto genomen in volle zon, zul je de schuif van het contrast naar links zetten. Bij een foto in de schaduw juist naar rechts.
Zelf zet ik meestal in op een hoog contrast binnen het personage en binnen de gebeurtenis. Dat typeert mijn verhalen. Met de andere contrasten ben ik iets minder bezig. Maar nu ik er zo over nadenk, kan het geen kwaad ook de andere mogelijkheden van het contrast bewuster te gaan gebruiken.
En jij?
Welke contrasten zijn in jouw verhalen meestal belangrijk? En welke mogelijkheden voor contrast zou je in je verhalen meer willen onderzoeken?
7 reacties op “Contrast – een belangrijk middel”
Ik maak ook vaak gebruik van contrast binnen de gebeurtenissen, ofwel het innerlijke conflict bij de hoofdpersoon. Ik ben erg gecharmeerd van dergelijke plots: een schijnbaar perfecte bruiloft krijgt een heel ander perspectief als de bruidegom de nacht ervoor nog een laatste keer met zijn ex naar bed is geweest, bijvoorbeeld. Of een saaie vergadering wordt ineens spannend wanneer de hoofdpersoon ondertussen zit te fantaseren hoe hij zijn baas om het leven zou willen brengen als hij de kans had.
Een mens is een complex wezen en dat gegeven vind ik erg boeiend om in een verhaal te gebruiken.
Relirel, het zal je niet verbazen dat ik je voorkeur deel. Intrigerend om een personage meerdere kanten mee te geven.
Zelf gebruik ik vaak contrasten tussen gebeurtenissen. Zoals een ontmoeting waarin een opbloeiende liefde opeens bruut verstoord wordt. Maar ik vind dat verhalen met een contrast binnen een gebeurtenis de betere verhalen zijn. Zoals je zelf zegt: Met contrasten binnen je gebeurtenissen maak je je verhaal psychologisch aantrekkelijk. Zo iets is moeilijk te bedenken denk ik, maar het geeft je verhaal wel meer niveau.
Wat grappig, weer een nieuwe manier om naar verhalen te kijken. Ik krijg zo een hele voorraad brillen om op te zetten bij het schrijven en het lezen van verhalen!
En ik ontdek dat ik contrast onbewust wel vaak toepas. Contrasten tussen personages liggen vaak al in het verhaalconflict besloten, bedenk ik me nu. De man wil op avontuur, maar zij is een huismus.
Waar ik zo onbewust wel vaak op uitkom, is een eenzame hoofdpersoon temidden van heel veel mensen.
Leuk, ik ga deze bril vaker opzetten!
Ik ben een beetje huiverig voor contrast. Het wordt in de architectuur ook gebruikt om een visuele spanning op te roepen, bijvoorbeeld een oud pand naast een futuristisch pand, of harde materialen (graniet) combineren met zacht materiaal (hout). Niet iedere compositie verdraagt contrasten, vaak is harmonie prettiger. Urban design waarin veel contrast zit, wordt als onrustig beschouwd en mensen vinden het niet mooi. Dat geldt dan voor mijn vakgebied en de vormgeving van openbare ruimte.
Foto’s worden er bij harde contrasten niet mooier op. Anton Corbijn bijvoorbeeld gebruikt vrij weinig contrast in zijn foto’s, die nog grofkorrelig zijn ook. Ja, ze zijn niet helemaal grijs, maar het zijn meer grijstinten met af en toe een stuk zwart of wit als bijzonder element, of ze zijn donker van toon, met veel zwart, silhouetten waarin contrasten wegvallen.
Daarom zou ik contrast vooral willen gebruiken als het om opvallende elementen in het verhaal gaat, het bijzondere, dat waar de nadruk op moet liggen. Als het verhaal gaat om een conflict tussen man en vrouw, dan is een man/vrouw contrast ideaal, maar als het om -ik noem maar wat- eenzaamheid draait, kan het conflict dat je met zo’n contrast oproept hinderlijk zijn. Niet in ieder verhaal is het nodig dat alle elementen van elkaar te onderscheiden zijn, veel belangrijker is het dat het generieke en het specifieke van elkaar te onderscheiden zijn (het algemene en het bijzondere: tussen de duiven op de dam zat een feniks…).
Als je veel soorten contrasten in een verhaal opneemt, dan is niets meer bijzonder en wordt het verhaal een zwart/wit zoekplaatje (op de dam bevonden zich een duif, een pelikaan, een meeuw, een albatros, een mus, een merel, een Jan-van-Gent, een lijster, een feniks, een roodborstje, een albatros: te weinig contrast tussen het generieke en het specifieke, juist door een teveel aan contrasten).
Het lijkt me dat je in korte verhalen juist weinig contrast in het generieke of algemene op moet nemen, zodat het specifieke beter en sneller tot zijn recht komt. In romans heb je nog de ruimte om meer in te gaan op de contrasten door ze steeds in een ander decor te plaatsen.
In tekeningen plaats je ook alleen schrille highlights en zwarte schaduwen op de plaatsen waar je de afbeelding van de achtergrond los wilt maken; een reden om de achtergrond te arceren zodat de afbeelding niet gaat zweven.
Ik gebruik vooral een contrast tussen wat is en wat schijnt in mijn verhalen. In veel verhalen gebruik ik niet meer dan vier specifieke hoofdpersonen waartussen een dynamiek bestaat van aantrekken en afstoten (in elkaar overvloeien en contrasteren).
P.S.: in plaats van contrast kun je ook kijken naar de harmonie van het complementerende, dingen die samen grijs worden.
S, Wellicht ten overvloede: ik vind niet dat contrasten bij voorkeur groot moeten zijn hoor. Laat ze vooral passen bij wat je wil vertellen en ook bij hoe je dat wil doen.