Categorieën
Mentaliteit

Hoe je levensvisie je korte verhalen beïnvloedt

Je levensvisie beïnvloedt de manier waarop je korte verhalen schrijft. Dat zie je niet alleen terug in de inhoud, maar ook in de vorm. Raar maar waar.

Levensvisie – zo op het eerste gezicht misschien een vreemd onderwerp op een blog Korte Verhalen Schrijven. Je komt hier immers voor schrijftips, en hoe ik tegen het leven aankijk dat heb ik voor me te houden, en al helemaal niet aan je ‘op te dringen’ als verkapt schrijfadvies.

Inderdaad. Hoe jij tegen het leven aankijkt, dat is helemaal jouw zaak. En daar gaat het juist om: dat het jouw zaak is. Het is iets om bij het schrijven rekening mee te houden. Of sterker nog: het is iets om bij het schrijven voorop te stellen. Het gaat aan alle ideeën over schrijven vooraf. Het overtroeft alle schrijfadviezen.

Dat vraagt om een toelichting. En die kan ik het beste geven aan de hand van hoe ik tegen het leven aankijk en aan de hand van mijn eigen schrijfpraktijk.

Mijn schrijfpraktijk
Om met mijn eigen schrijfpraktijk te beginnen, daar heb je al een beetje zicht op gekregen in de berichten die ik op dit blog post. Bijvoorbeeld dat het voor mij belangrijk is dat er verschillende lagen zitten in het verhaal. Gechargeerd: het personage ziet A, denkt B,  zegt C, en doet D, en dat allemaal in een werkelijkheid die E is. Waarij A, B, C, D en E verschillende en vaak tegenstrijdige dingen zijn (daarover kun je  lezen in de post over de 5 verhaallagen). Ook belangrijk vind ik het om een verhaal te schrijven vanuit een drijfveer van het personage, wat zich uit in een tunnelvisie . Met andere woorden: het personage zit in zijn belevingswereld opgesloten en het is moeilijk zo niet onmogelijk voor hem om echt contact met anderen te maken (die op hun beurt ook hun eigen belevingswereld hebben). Dat zie je niet alleen terug in de inhoud van mijn verhalen, maar ook in de vorm: het perspectief is dat van de tunnelvisie van het personage. De lezer ziet wat het personage ziet. En vaak betekent dat: wat het personage wil zien.

Mijn levensvisie
Die schrijfadviezen komen niet uit de lucht vallen. Aan de ene kant zul je ze ook van sommige andere schrijvers krijgen. Aan de andere kant hebben ze te maken met hoe ik tegen het leven aankijk. Ik denk dat niet alleen personages maar ook wij mensen vaak opgesloten zitten in onze belevingswereld, in onze identiteit. En dat het van daaruit moeilijk is om contact te maken met eveneens in zichzelf opgesloten medemensen. We zijn gevangenen die vanuit onze gevangeniscel contact proberen te maken met anderen die ook in een cel zitten opgesloten.

Dat is geen originele gedachte. Je komt hem ook tegen bij Schopenhauer (in: De wereld als wil en voorstelling) en bij het Boeddhisme. ‘De wereld is mijn voorstelling,’ zegt Schopenauer, ‘maar ik kan me niet om het even wat voorstellen; er is een dwingend beginsel dat ik in eerste instantie in mijzelf ervaar, het is mijn drijvende kracht, mijn wil‘ (bron: Wikipedia). Het Boeddhisme laat trouwens niet alleen het probleem zien, maar biedt ook een uitweg: het ego loslaten. Afijn, het is een kort-door-de-bocht-typering, maar het geeft in ieder geval een denkrichting aan.

Jouw levensvisie
De vraag is natuurlijk wat jouw levensvisie is, en wat voor consequenties dat heeft voor jouw korte verhalen, zowel wat de inhoud als de vorm (schrijftechniek) ervan betreft. Kun je iets zeggen over hoe jouw visie en het schrijven zich tot elkaar verhouden? Een lastige en intieme vraag. Maar wel de meest wezenlijke. Eigenlijk zou je na het lezen van dit blog er even stil bij moeten staan, en pas dan weer overgaan naar de orde van de dag. Maar dat is mijn mening…

EDIT: Dank je wel voor de persoonlijke reacties die jullie tot nu toe gaven. Ik vind het hartverwarmend om te zien dat jullie dit willen delen. Wow! En de discussie is nog niet gesloten hoor 🙂

Door Ton Rozeman

Schrijver en docent creative writing. Publiceerde verhalenbundels (longlist Ako en Libris) en het handboek 'Korte Verhalen Schrijven'. Zijn meest recente bundel is 'Wat ik van liefde weet'.

16 reacties op “Hoe je levensvisie je korte verhalen beïnvloedt”

Wat een mooie blog met waardevolle tips en interessante discussies! Ik kijk hier nu voor het eerst rond, maar zal vast vaker een bezoek brengen. Toch wil ik hier al reageren op de discussie. Het gaat hier naar mijn idee om meer dan slechts een interessante vraag. Het is een vraag die iedere schrijver zichzelf zou moeten stellen voordat hij of zij de pen of laptop pakt om aan een verhaal te beginnen.

De vraag hoe een levensvisie (ofwel: levensbeschouwing) verhalen beïnvloedt is veelomvattend. Om de invloed van iets te kunnen meten denk ik inderdaad dat we eerst moeten vaststellen wat dat dan precies is, zoals Margriet al vaststelde. De onderliggende fundamentele vraag is dan wat een persoonlijke levensvisie inhoudt. Dat dit niet zo gemakkelijk te beantwoorden is blijkt wel uit alle eerdere reacties en dat is logisch, omdat er nog veel meer achterliggende vragen zijn die beantwoord moeten worden om überhaupt vast te kunnen stellen wat een levensvisie nu precies behelst.

Hoe ziet de schrijver de wereld? Wat is volgens hem of haar de betekenis of doel van het leven? Wat is liefde, wat is iemand écht liefhebben? Wat is lijden en hoe moet de mens met zijn lijdende lot omgaan? Zo zijn er nog zeker veel meer vragen te formuleren, de term levensvisie is immers heel breed, maar waarschijnlijk is voor een schrijver de vraag wat zijn of haar mensbeeld is de meest belangrijke. Niet slechts om aansprekende of geloofwaardige personages neer te zetten, maar vooral omdat schrijvers (en dit hebben zij gemeen met filosofen) bij uitstek de aard van de mens bloot kunnen leggen. Het antwoord op de vraag of de mens van nature goed of slecht is heeft volgens mij onbewust een grotere invloed op verhalen dan wij denken, en niet alleen waar het gedachten en handelingen van personages betreft. Ook het thema, de verhaallijn en de plot wordt hierdoor beïnvloed. Een mensbeeld betreft bijvoorbeeld ook intermenselijke relaties en deze kunnen eveneens bepalend zijn voor het verloop van een verhaal.

Het is naar mijn idee niet mogelijk om simpelweg de eigen, persoonlijke levensvisie voor een moment opzij te zetten omdat een bepaald personage een andere levensvisie heeft. Allereerst omdat de eerste stap is dat we de eigen visie moeten kennen om deze opzij te kunnen zetten, en dat vergt analyse van onze eigen ideeën en gedachten. Ten tweede wordt onze levensvisie grotendeels beïnvloed door opvoeding, socialisering, traditie, gewoonte en gebruiken. We leren al op jonge leeftijd wat naar de heersende moraal (van het gezin of de samenleving) goed of fout is, hoe men zich behoort te gedragen en zo meer. Veel van deze gedachten en patronen zijn onbewust maar geven ons beeld van moraal, en daarmee ook van mens en wereld, grotendeels vorm en spelen dus een rol bij het bedenken van verhalen.

Dit lijkt ook voor het genre van science fiction te gelden. In verreweg de meeste SF-verhalen komt bijvoorbeeld de moraal over goed en kwaad zoals die in een bepaalde cultuur heerst, terug (zie Tolkien). Personages kunnen dan aliens, heksen of draken zijn, uiteindelijk werk je als schrijver met een onderliggende boodschap of een thema, die te herleiden is naar een kern van wat je wil vertellen of over wil brengen. Dat kan niet volledig en voor honderd procent losstaan van een levensvisie.

Kortom: de invloed van een levensvisie op verhalen is volgens mij dermate groot dat we deze meestal niet zien, tot het moment waarop we onszelf deze existentiële vragen stellen om achter de eigen levensvisie te komen. Zelfs dan denk ik dat schrijvers zich hier nooit geheel los van kunnen maken en zal er altijd een bepaalde mate van invloed blijven. Ik denk niet dat dit verkeerd is, integendeel. Als men onderkent dat er onbewust bepaalde ideeën vastgeroest zijn in een levensvisie, kan men deze verder doordenken en veranderen of aanpassen, waardoor verhalen ineens een geheel andere wending of inhoud kunnen krijgen.

Een confronterende vraag. Dat blijkt ook wel uit de reacties. Ik heb mijn verhalen er op na gelezen en mijn romans. Zeker in Snaren, dat voor een groot deel autobiografisch is, komt mijn levensvisie, of zachter uitgedrukt, de manier waarop ik over dingen denk, naar voren. Zowel in de mannelijke als in de vrouwelijke protagonist.
Als ik mijn verhalen lees en de roman waaraan ik nu werk, is het misschien niet zozeer een levensvisie die eruit spreekt, maar meer een facet uit mijn leven dat zijn, geheel verborgen, eigen leven leidt. Het komt er op neer dat het vaak gaat om keuzes maken. Soms bijna onmogelijke keuzes en hun consequenties. Waarbij je dan wel weer zou kunnen opmerken dat wanneer de keuze eenmaal is gemaakt, daaruit mijn levensvisie zou kunnen blijken, namelijk dat de keuze die je maakt bepalend is voor je eigen geluk en levensvreugde.
Dus toch een levensvisie?
Lastig te zeggen. Het woord ‘levensvisie’is zo groot en veelomvattend en speelt zih op zovele terreinen af. Ik denk echter niet dat je er als schrijver ontkomt, omdat je waarschijnlijk nooit een boek zou schrijven dat dwars tegen jezelf in gaat, voor de volle honderd procent.
Het blijft een interessante gedachte.Iets om vast te houden en nog verder over na te denken in ieder geval.

Levensvisie, nogal een groot thema dat je aansnijdt, Ton.
Mijn eerste gedachte was dat levensvisie er voor een schrijver niet zoveel toedoet. Immers: je verplaatst je in de huid van de hoofdpersoon en het gaat erom diens levensvisie al dan niet openlijk of verborgen weer te geven. Het gaat om inlevingsvermogen, observatievermogen en nieuwsgierigheid. Ik denk dat iedere schrijver die mix aan kwaliteiten moet bezitten.
Toch, toen ik er wat langer over nadacht, vroeg ik mij af of ik een boek zou kunnen schrijven dat een christelijke levensvisie uitdraagt. Een simpele vraag met een even simpel antwoord: nee. Ik zou me wel kunnen verplaatsen in een hoofdpersoon met een christelijke levensvisie, maar in mijn verhaal zou het altijd zo lopen dat zich dat tegen hem of haar keert. Conclusie: mijn levensvisie doet er wel degelijk toe.
Misschien valt mijn levensvisie samen te vatten als dat ieder mens op aarde ernaar streeft zichzelf een zinvolle, prettig tijd te verschaffen. Het leidt tot daden: trouwen, scheiden, kinderen krijgen, studies enzovoort. En tot voortdurende zoektochten, die op hun beurt weer tot van alles leiden: conflicten met zichzelf, met anderen, jaloezie, hoop, liefde, enzovoort. Ik geloof dat er in het leven meer gezocht wordt dan gevonden. En dat wie denkt het gevonden te hebben, evengoed blijft zoeken. Niemand is vrij van twijfel en onzekerheid. Ook geloof ik dat iedereen fouten maakt, dat perfect zijn, perfect leven onmogelijk is. Leven is er iedere dag het beste van maken.
Dat klinkt misschien negatief, maar zo sta ik zeker niet in het leven. Ik ben eerder een optimist. Ook een realist, trouwens.

Ik heb de tijd genomen om over het antwoord te denken 🙂

Heb ik een levensvisie? In ieder geval geen door anderen vastgelegde visie van een religie of gedeelde filosofie, ik kan het dan ook niet in die termen uitdrukken. Het is meer een houding van “experimenteer & leer”. Ik weet niet of dat voor de lezer duidelijk is, maar het is wel de manier waarop ik werk. Het is ook zo’n beetje de grondgedachte van “het genre” (edit: SF, fantasy etc.): “Wat, als…?”
Wat, als…? Daar maak ik het mezelf niet makkelijk mee, in ieder verhaal dat ik schrijf zit wel iets waar ik onderzoek naar moet doen, waarvan ik leer. Juist door fictie zijn de mogelijkheden van het experimenteren eindeloos: er zijn geen grenzen in de thema’s, in de gebeurtenissen, in de personages. Ik moet me de levensvisie van mijn personages eigen maken, wat ze ook zijn, ik leer, ik experimenteer door ze in een verhaal en een omgeving te zetten met andere personages.
Ik verwacht in een verhaal (lang of kort) geen levensvisie van de schrijver. Die vind ik irrelevant: het gaat om het verhaal, om de personages. Als die levensvisie toch duidelijk naar voren komt, zeker als dat uit de mond van de hoofdpersoon is, bekruipt me altijd het gevoel van ongewenste evangelisatie. Natuurlijk kan een verhaal een boodschap hebben of een diepere betekenis, maar dat hoeft niet altijd aan de levensvisie van de schrijver gekoppeld te worden – of misschien wel, maar dan slechts een deel ervan, en bij voorkeur een universeel deel ervan.

Tot dusver heb ik me verre van schrijfcursussen gehouden omdat er zo’n grote nadruk lijkt te liggen op zelfexpressie, zoals het verweven van je levensvisie in een verhaal. Bij het schrijven wil ik mijn identiteit helemaal kunnen afleggen zodat het verhaal en alles daarbinnen alle ruimte kan krijgen. Misschien ook wel om door middel van het verhaal af te tasten wie ik zelf ben (ken u zelve, maar kennen wij onszelf goed genoeg om onszelf aan een levensvisie vast te pinnen?), om mezelf te ontwikkelen door te ervaren & te leren.

Waar het misschien nog aan te zien is in veel van mijn verhalen is dat iets nooit is wat het lijkt, en dat de lezer zelf een beetje moet puzzelen hoe het in elkaar zit.

Volgens mij schemert een schrijver altijd een beetje door zijn/haar werk heen, of hij/zij dat nu wil of niet. Of dat schemeren door levensvisie komt, weet ik niet. Misschien is het iets anders: karakter, een stem, een gewoonte, of geschiedenis. Misschien is wat ik zeg ook helemaal niet waar en telt die schemering alleen als je de schrijver kent, al dan niet goed of maar een beetje.
Natuurlijk schrijf je met een bepaalde levensvisie, maar schrijven is ook een schizofrene bezigheid. Voor mijn personages bijvoorbeeld, zet ik graag mijn levensvisie aan de kant, en dat doe ik om die van de personages te kunnen vinden. Tijdens het schrijven vind ik niets zo vervelend als mijn alsmaar aan de deur kloppende ego dat vraagt of ie zichzelf alsjeblieft ook even mag laten zien. Maar ook dat is weer een visie. Of een gevoel. Of een mening. Of een handelswijze.
Zou het gek zijn om te stellen dat levensvisie de weg is naar een personage toe? Zoiets als een toverspreuk: kom achter mijn levensvisie en je weet wie ik ben en waarom ik doe wat ik doe.
Als ik daar een schepje bovenop doe, zou het dan ook zo zijn dat hoe ruimer je eigen levensvisie is, hoe ‘breder’ je zou kunnen schrijven? Of andersom, hoe beperkter je levensvisie is, hoe ‘smaller’ je schrijft? Om die vraag te kunnen beantwoorden zou je eerst moeten definieren wat levensvisie is, en of het uberhaupt te meten is.
Levensvisie…
Is ook nog eens aan verandering onderhevig, dat schreef Roland al in een reactie.
En levensvisie is meer dan alleen maar levensvisie. Levensvisie is ervaring, het is een al dan niet tijdelijk besluit, iets waar geen punt achter te zetten is. Denk ik.
Jemig, Ton, wat een onderwerp. Wil je dat nooit meer doen alsjeblieft? Ik moet nu alsmaar denken…

Dank voor je stevige bijdrage aan het gesprek, Margriet. Inderdaad, de levensvisie van de personages is te onderscheiden van die van de schrijver. Wel heb ik het idee dat ik mijn personages (met hun eigen visie) laat ronddolen in de verhaalwereld die ik voor ze heb geschapen (vanuit mijn visie).
Wat Roland schreef over zijn veranderende levensvisie en de gevolgen daarvan voor het schrijven houdt ook mij bezig. Van nature schrijf ik over het onvermogen daadwerkelijk met elkaar wezenlijke dingen te delen. Maar nu ik merk dat het wel mogelijk is om over dat onvermogen te communiceren (bijvoorbeeld in het schrijven, maar gelukkig ook daarbuiten), is de vloek verbroken. Ik heb respect voor Roland, die met zijn voortschrijdend inzicht koos voor de theaterregie. Ik ben nog zoekende wat ik zelf met het veranderende inzicht zal aanvangen. Wie weet speelt dit blog er een rol in.

We kijken naar de wereld vanuit ons referentiekader, we geven advies, kado’s of wat dan ook vanuit onze eigen identiteit. Natuurlijk beïnvloedt onze visie onze verhalen en om mee te beginnen, de ‘keus’ die we maken m.b.t. het onderwerp. Ik zal nooit wat schrijven over een middag winkelen, dat interesseert mij niet. Wel als het personage erdoor iets over zichzelf ontdekt. Wat mij boeit is hoe we in elkaar zitten, hoe een gedachte of een idee die we (wellicht jaren geleden) eigen hebben gemaakt, nu ons leven beïnvloedt, hoe we elk moment de mogelijkheid aangeboden krijgen om te groeien (als we maar open genoeg staan om de signalen te ontvangen en te ontcijferen).
Mijn referentiekader, wat ik zie, hoor, denk of voel, hoe ik in elkaar zit, dat is mijn werkkit bij het schrijven.
Of mijn levensvisie invloed heeft op de vorm in het schrijven, kan ik niet zo 1-2-3 beantwoorden. Ik kan me wel voorstellen dat een los einde van een verhaal wel wat kan zeggen over de visie van de auteur over het leven: het is maar een moment in tijd; er is alleen maar hier en nu en wellicht zegt dat echt niets over een toekomst.

Beste Ishana, ik pluk graag een citaat uit je bijdrage: Mijn referentiekader, wat ik zie, hoor, denk of voel, hoe ik in elkaar zit, dat is mijn werkkit bij het schrijven. Dat is iets waar ik als docent graag rekening mee wil houden. Cursisten of studenten nemen die eigen werkkit (identiteit) mee naar de les. Die is van hun, daar moet een docent vanaf blijven. Dat klinkt makkelijk, maar in de praktijk kan het soms moeilijk zijn, balanceren zijn. Bijvoorbeeld: als ik aangeef dat ik een einde te gesloten vind, lijkt dat onschuldig. Maar zoals je aangeeft kan het wel of niet open zijn van een einde, al iets zeggen over de visie van de auteur. Door als docent daarin te sturen (wat ik soms wel doe), begeef ik me al op glad ijs.
En trouwens, interessant dat je dat open einde inbrengt. Moderne verhalen laten over het algemeen meer open dan een roman, gaan meer over het moment. Wellicht zegt dat iets over de visie van verhalenschrijvers ten opzichte van die van romanschrijvers? Food for thought…

moeilijk onderwerp, daar kan ik niet snel een antwoord op geven omdat ik ook een blokkade voel.
apart om ermee geconfronteerd te worden op deze wijze .

Ha Pauline, Ook het niet kunnen geven van een antwoord is een antwoord. Bij je blokkade bij dit onderwerp kan ik me iets voorstellen. Ik zat en zit er zelf ook mee. Het is voor mij veilig om technieken aan te reiken, minder veilig om het over levensvisie te hebben. Donderdag en zaterdag laat ik het ook terugkomen in de lessen die ik geef, maar dat is een intiemere setting, dat blijft tussen 4 muren. Tegelijkertijd denk ik: mijn boeken kan ook iedereen lezen, daar ben ik ook niet terughoudend in: dus vanwaar mijn aarzeling?

Inderdaad, moeilijke vraag : wat is mijn levensvisie en hoe uit zich dit in mijn schrijven ? Mijn visie houdt het midden, meen ik, tussen boeddhistisch en christelijk. Laten we het houden op een algemeen menselijke. Het is sowieso niet slecht om je als schrijver geregeld de bovengenoemde vragen te stellen en zelfs hierover te schrijven, bijvoorbeeld in de vorm van schrijftraining (een gratis schrijfoefening van Natalie Goldberg uit Writing Down the Bones). Ik merk dat mijn antwoord in de loop der jaren is geëvolueerd. Mijn eerste verhalen, ondertussen jaren geleden, gingen over gebrek aan communicatie tussen mensen, iets wat ik heel vaak vaststelde en nog altijd vaststel bij mensen en in relaties om me heen. Misschien daardoor dat ik op een bepaald moment de richting van theaterregie ben ingeslagen : om door gerichte communicatie gevoelens bij acteurs op te roepen en los te weken zodat deze het beste van en uit zichzelf kunnen geven aan de toeschouwers – hoewel deze keuze natuurlijk ook in belangrijke mate te maken heeft met mijn visie op theater over te brengen op acteur en toeschouwer. Door te werken met acteurs en door bepaalde gebeurtenissen in mijn leven ben ik meer en meer in contact gekomen met gevoelens en ben ik meer een gevoelsmens geworden. Dat uit zich ondertussen in de keuze van de verhalen die ik kies om te bespreken : een verhaal moet me om de een of andere reden raken, ontroeren. Maar het uit zich ook in mijn schrijven. Ik stel vast dat dit nu veeleer evolueert in de richting van de beleving dat schrijven de vreugde in mij voedt – wat aansluit bij de derde edele waarheid in het boeddhisme : beëindiging van het lijden. Tijdens deze schrijfsessies probeer ik heel ‘oplettend’ en ‘aanwezig’ te zijn, met andere woorden met mijn volle aandacht bij het schrijven – ik geef toe, alweer heel boeddhistisch en een indirect antwoord op de post over ‘Je schrijven verbeteren met …yoga’ : schrijfsessies zijn mijn yoga, op geregelde basis, bijvoorbeeld ’s morgens in de trein naar het werk of op een zonovergoten terras op vakantie. Schrijven over de dingen die ik (dagelijks) meemaak, die ik zie, denk en doe, geven mij voldoening en doen me stilstaan bij mijn leven. Misschien dat dit in een verre toekomst ook de vreugde in – of in elk geval de herkenning bij – anderen kan voeden. Hoe en of deze ingrediënten zich uiten en zullen uiten in verhaalvorm ? Dat is voor mij een helse maar uiterst interessante zoektocht waarvan ik de uitkomst nog niet ken.

Beste Roland, Jouw bericht is zo rijk, dat ik niet weet waar te beginnen en ook niet hoe het kort te houden. Toch iets: Mijn verhalen laten wellicht iets zien van de eerste en tweede waarheden van de Buddha (Het menselijk bestaan is lijden, en de oorsprong daarvan is onwetendheid, die leidt tot begeerte en ontevredenheid). Nu gun ik mijn personages best beëindiging van het lijden (de derde wijsheid), maar ik meen dat er dan geen lezenswaardig verhaal overblijft. Tegelijkertijd hoop ik, zoals jij schetst, zelf door te schrijven iets van de derde wijsheid te ervaren. Toch vind ik het de laatste tijd lastig dat ik mezelf zogenaamd bevrijd door mijn personages te laten lijden. En wat doe ik de lezer daarmee aan? In het beste geval laat ik die iets lezenswaardigs ‘beleven’, maar zou de lezer niet veel meer bereiken door met lezen te stoppen en op een meditatiekussen te gaan zitten? Graag zet ik daar een keer een boom met je over op. Tot die tijd zal ik zo af en toe jouw post herlezen. Benieuwd welke inzicht mijn cursisten en studenten (met wie ik dit onderwerp aansnijd) de komende lessen laten zien.

Als amateur componerend muzikant krijg ik regelmatig te maken met mensen die muziekteksten schrijven en aan mij vragen om daar muziek onder te zetten. Helaas is dat vaak in (schabouwelijk) Engels en erger, zonder op zijn minst één verhaallijn. Wanneer er wel een lijn in te vinden is merk ik al te vaak heel autodidactische dingen op. In het geval van literatuur kan de auteur zich nog vrij anoniem opstellen maar een zanger(es) spreekt die tekst letterlijk uit tijdens het optreden. Ik heb één bepaalde zangeres al dikwijls gevraagd om niet weer aan te komen zetten met een tekst die begint met “I sit on the couch…” of “I was walking on the street…” of meer van dat. Ze wil echter enkel maar teksten schrijven die ze “gemeend” kan zingen. Mijn tegenargument dat Marco Borsato het echt niet (wéér) uitgemaakt heeft met zijn vriendin wanneer hij “Ik leef niet meer voor jou” zingt valt in dovemansoren. (Ik ben op dit blog terechtgekomen op zoek naar tips om kortverhalen te verbeteren – liedjesteksten zijn heel korte kortverhalen…)

Persoonlijk denk ik niet dat we echt gevangen zitten in onze eigen belevingswereld. Er is nog zoiets als fantasie en ik geloof sterk dat de beste schrijvers daar de grootste porties van bezitten. Je kan een verhaal maken in vele mogelijke verhoudingen van [ervaringen/visie] en [verbeelding] en eigenlijk vind ik het zelfs charmant om als lezer (of luisteraar) niet goed te weten welke die zijn. Toen ik “Tears in Heaven” van Eric Clapton de eerste malen hoorde wist ik niet dat die tekst over zijn eigen overleden zoontje ging. Ergens was ik ontgoocheld toen ik dat vernam, ik verkies de vrijheid van mijn eigen fantasie en die ben ik dan kwijt in dit geval.

Mijn besluit is dan dat het helemaal niet erg is dat je eigen visie je verhalen beinvloedt zolang je de lezer maar voldoende in het ongewisse laat daaromtrent. Je moet als schrijver toch niet gaan doen alsof je van een andere planeet komt?

Beste Herman, Dank voor je uitgebreide reactie. Het gaat inderdaad niet om waargebeurd, maar om iets weten óver te brengen. De eventuele werkelijkheid daarachter is irrelevant. In mijn boekenkast staat ‘An oral biography’ over Raymond Carver, waarbij vrienden, collega’s en familie van de korte-verhalenschrijver aan het woord komen. Ik vind het jammer dat daarin ook anekdotes áchter de verhalen worden opgedist. Wat mij betreft gaat het bij het schrijven om de kunstvorm van het korte verhaal, niet om de achterliggende anekdote. Die anekdote bagatelliseert het verhaal.

Misschien heeft de schrijver van “het genre” (fantasy, sciencefiction en aanverwanten) daarin ook veel meer oefening gehad: niets van wat je schrijft hoef je zelf te hebben meegemaakt, je kunt er vanuit gaan dat de lezer het ook niet heeft meegemaakt (rondvliegen op een met koper gepansterde draak om de heks die je geliefde uit een ander universum te verslaan met een magisch zwaard). Het komt uiteindelijk neer op een volledig fictief verhaal met mensen van vlees en bloed.
Dat zou een goede oefening zijn voor een hartverscheurend lied/verhaal.

Reacties zijn gesloten.