Deze week filmde ik Frans Stüger – schrijver en schrijfcoach – voor zijn boek Personage, Conflict, Perspectief, dat zojuist is verschenen als het 30e deel in de Schrijfbibliotheek. Het filmpje kun je binnenkort op dit blog zien (ik ben het nog aan het monteren), maar over een gedeelte ervan kun je hieronder vast lezen. En dat is het gedeelte over het perspectief.
Doe je voordeel met de 3 verschillende perspectieven in je verhaal:
1. Het meest bekende perspectief is het vertelperspectief. Dat ligt in het verlengde van wat we op de middelbare school tijdens grammatica leerden over de eerste persoon (ik), tweede persoon (jij) en derde persoon (hij of zij), waarbij ik gemakshalve het meervoud oversla.
Maar het vertelperspectief gaat verder dan die grammatica. Zo maakt het veel uit of je in derde persoon schrijft vanuit het personaalperspectief of vanuit het neutrale perspectief.
In het personaalperspectief zit de lezer in het perspectief van het personage, en weet hij wat dat personage weet (het wordt soms het verhulde-ik genoemd).
Bij het neutrale perspectief volgt de lezer weliswaar ook een personage in de hij- of zij-vorm, maar nu blijft hij aan de buitenkant, als kijkt hij door een camera.
Afijn, er zijn veel meer mogelijkheden als het om om vertelperspectief gaat. Boeken vol zijn daarover geschreven, en je kunt je er een flinke buil aan vallen als je je er niet bewust van bent of het nog niet in de vingers hebt.
Het boek van Frans Stüger zet de vertelperspectieven allemaal op een rijtje voor je. En het gaat nog verder dan dat: het werkt dat rijtje ook uit met voorbeelden en adviezen.
2. Maar er is meer dan het vertelperspectief. Een ander perspectief dat in ieder verhaal van belang is, is het fysieke perspectief. Als jij en ik in gesprek zouden zijn en we zitten tegenover elkaar aan een tafeltje, dan kan jij vanuit je fysieke perspectief wel zien wat er achter mij gebeurt, maar ik niet – tenzij ik me zou omdraaien. En iemand die het tafeltje naast ons zit, kan misschien het gesprek vanuit zijn fysieke perspectief wel volgen, terwijl iemand een paar tafeltjes verderop dat niet kan. En als er een hond onder onze tafel zou liggen, dan heeft hij een ander fysiek perspectief op ons dan wij zelf boven de tafel hebben.
3. En last but not least is er het psychologische perspectief. Ook dit zet Stüger in zijn boek uiteen:
Het psychologisch perspectief houdt vooral rekening met de specifieke kenmerken van het personage als karakter, sekse, leeftijd, milieu, opleiding, religie, land van herkomst enzovoort. (…) Een student met een gebroken hart, een boswachter en een lustmoordenaar zullen alle drie verschillend naar een vrijend paartje in het bos kijken
(Frans Stüger: Personage, conflict, perspectief. Uitgeverij Augustus, 2011)
Alle drie deze perspectieven kennen hun eigen wetmatigheden, en minstens net zo belangrijk: ook hun eigen mogelijkheden. Het is goed om je daarvan bewust te zijn.
Mocht je een keer tot de conclusie komen dat het perspectief in je verhaal niet helemaal goed werkt, achterhaal dan om welk van de drie perspectieven het gaat. Of positiever bekeken: wil je de mogelijkheden van je verhaal onderzoeken, kijk dan wat spelen met deze drie perspectieven je oplevert.
Wellicht heb je een voorbeeld van het gebruik van deze drie perspectieven?
Voel je vrij om met een voorbeeld van deze drie perspectieven uit je eigen lees- of schrijfpraktijk te komen. Een link naar het verhaal mag wel maar hoeft niet. Neem de tekst van het verhaal niet in je reactie op. Andere reacties op deze blogpost zijn ook welkom!
6 reacties op “Ieder verhaal heeft 3 perspectieven – ja, ook jouw verhaal!”
[…] Schrijver, schrijfcoach en blogger Ton Rozeman zegt ook op zijn weblog dat de meeste theorieën over schrijven een groot nadeel hebben; we zouden er ‘verknipte’ ideeën over schrijven aan over kunnen houden. Schrijven bestaat volgens hem niet uit deelvaardigheden en een verhaal bestaat volgens hem ook niet ‘uit een plot, een personage, een conflict, een perspectief, een decor en zo nog wat elementen.’ ‘Als hij zijn worsteling met de personages opgeeft, en zich dan maar even ‘uitleeft’ in het plot, kan het zomaar zijn dat dan vanzelf de personages tot leven komen. Andersom kan natuurlijk ook: als de student zich blindstaart op een plot die niet wil lukken, dat de vooruitgang pas komt als hij het plot vergeet en wat gaat spelen met de personages, ‘ zegt Rozeman. […]
Ik heb een hele roman geschreven vanuit het ik-perspectief in de VT, nu zei iemand (uitgever) dat alles wordt uitgesproken, wat het te vertellerig maakt. Is dat niet een beetje inherent aan dit perspectief? Zou je vanuit een personaal perspectief beter kunnen showen?
Ik kan me wel een uitzondering herinneren, lang, erg lang geleden op school: een verhaal van Agatha Christie. Het ging over een moord, de verteller vertelde alles minutieus wat wanneer door wie gedaan werd, inclusief zijn eigen daden en tijden. Aan het eind vroef de verteller wie de dader was.
De hele klas zat de raden, en iedereen zat fout: het was de verteller zelf! Door het mooie verhaal kwam niemand op het idee de gangen van de verteller na te gaan en diens minuten op te tellen. En dat terwijl hij een integraal onderdeel van het verhaal was, en niet alleen afzijdig stond.
Erg leuk verhaal, maar de opzet van het verhaal was anders dan een gewoon boek, daarom kon het wel werken.
Ha Sasa, Leuk je hier tegen te komen. Dank ook voor je reactie!
Erg goed om te weten! Ik zal er zeker rekening mee houden bij het schrijven van een nieuw stuk! Bedankt!
Mooi zo, luistervinkje. Fijn dat je er iets aan hebt.