Als je zelf verhalen schrijft, moet je bij ieder verhaal opnieuw allerlei keuzes maken. Is je hoofdpersoon een vrouw of een man? Vertel je het verhaal in de tegenwoordige of in de verleden tijd? Kies je voor een verstild of een explosief einde? Keer op keer loop je daar als korteverhalenschrijver tegenaan. Mijn ervaring is dat er geen vaste regels zijn om je keuze te bepalen, maar dat het wel goed helpt om te kijken hoe andere verhalenschrijvers hun keuze aanpakken. Laten we daarom in de verhalen van Amy Bloom kijken waarvoor zij steeds gekozen heeft. We kijken daarbij vooral naar de tweede verhalencyclus, die van Lionel en Julia.
Inhoudelijk vertonen de verhalen een grote samenhang, de hoofdpersonages keren in ieder verhaal terug, en gebeurtenissen uit het ene verhaal krijgen een vervolg in het andere. Wat de vorm betreft vertonen de verhalen grote verschillen. Merk op dat ook het einde van de verhalen deels een vormkeuze is: een herinnering, een bewustwording, een vertelling of een pas op de plaats. De vormverschillen vind je hieronder cursief weergegeven.
-
- Slaapwandelen. De echtgenoot van Julia is overleden, zij blijft achter met haar zoon Buster en stiefzoon Lionel. Er vindt een dramatische gebeurtenis plaats waarbij de band tussen Julia en haar stiefzoon beschadigd raakt. Het verhaal wordt verteld in de eerste persoon, vanuit een vrouw, Julia, grotendeels in de tegenwoordige tijd. Het verhaal eindigt met een sprong vooruit in de tijd: Julia ziet in diverse mannen haar overleden echtgenoot, ze heeft het idee dat ze niet goed wakker is.
- Nachtelijk visioen. Na veel jaren durft Lionel zijn stiefmoeder Julia weer te bezoeken. Wat er lang geleden is gebeurd werpt een schaduw over het herzien. Het verhaal wordt verteld in de eerste persoon, vanuit een man, Lionel, in de verleden tijd. Het verhaal eindigt in het hier en nu, dat in het hele verhaal goed is vastgehouden.
- Van licht naar donker. Opnieuw een weerzien van stiefzoon Lionel en stiefmoeder Julia, nu met een groot deel van de familie erbij. Het verhaal wordt verteld in de derde persoon vanuit meerdere personages, er wordt veelvuldig heen en weer gesprongen in het perspectief, grotendeels in de tegenwoordige tijd, regelmatig onderbroken door flashbacks. Het verhaal eindigt met een herinneringen. Julia ligt in bed en denkt aan de minnaars die ze heeft gehad en aan verjaardagsfeestjes van haar zoons.
- Fort Zinloos en Fort Lachwekkend. Nog eenmaal bezoekt de stieffamilie Julia, er gebeurt een ernstig ongeluk. Evenals het vorige verhaal wordt ook dit verteld in de derde persoon vanuit meerdere personages, er wordt veelvuldig heen en weer gesprongen in het perspectief, in de tegenwoordige tijd, regelmatig onderbroken door flashbacks. Het verhaal sluit af met het vertellen van een mop.
Merk op dat de verschillen ook in de vorm zitten.
Let bij het lezen en het schrijven van verhalen op:
- Welke persoon er wordt gebruikt
- eerste persoon (ik, wij), tweede persoon (jij) of derde persoon (zij, hij)
- De tijd van het verhaal
- tegenwoordige tijd
- verleden tijd
- De lengte van het verhaal
- De duur van de gebeurtenissen
- Of het verhaal chronologisch wordt verteld