Categorieën
Schrijfproces

Lezen als een schrijver: hoe doe je dat?

Als je je met schrijven gaat bezighouden, ga je anders lezen. Je gaat de manier vergelijken waarop het verhaal dat je leest geschreven is met de manier waarop je zelf schrijft of zou kunnen schrijven. Zo probeer je niet alleen nieuwe technieken te ontdekken, maar ook nieuwe inzichten in het schrijven. (Dat zie je bijvoorbeeld terug in mijn boek Korte Verhalen Schrijven, dat een handreiking doet om te leren van het werk van verhalenschrijvers als Raymond Carver, Tobias Wolff en Lydia Davis.) Ik noem dat: lezen als een schrijver.

het belang van gebeurtenissen en de inhoud
Zo gaat het mij als schrijver minder om de inhoud en om de gebeurtenissen dan in de tijd dat ik vooral nog lezer was. Als ik nu lees maakt het me niet zo veel meer uit waarover ik lees en wat er gebeurt. Als ik enthousiast ben over een verhaal, is dat meestal niet vanwege de gebeurtenissen of de inhoud.

Ook bij het schrijven gaat het me eigenlijk om iets anders dan de inhoud en de gebeurtenissen. Als ik schrijf en mijn personage moet bijvoorbeeld weer eens zien te overleven in een grote stad en in een ingewikkelde relatie, dan ben ik niet in de eerste plaats gefocust op wat dat inhoudelijk betekent of hoe je dat in de gebeurtenissen moet terugzien. Ik probeer de lezer niet per se iets van het grotestadsleven of van de complexiteit van relaties te laten zien. Indirect krijgt hij daar natuurlijk wel enig zicht op, omdat verhalen nu eenmaal een inhoud hebben en ergens over gaan, maar het staat voor mij niet op de eerste plaats.

wat maken we onszelf wijs?
Wat ik als schrijver vooral wil onderzoeken is hoe we tot een verhaal komen en wat verhalen met ons doen. Vragen die ik stel zijn: Welke verhalen vertellen mensen en personages zichzelf? Hoe houden die ze zich overeind in wat ze zichzelf en anderen wijsmaken? Hoe reageren ze als ze geconfronteerd worden met de tekortkomingen en de onwaarheden van wat ze zichzelf en anderen vertellen? Hoe leven ze in de beperking van hun verhalen?

Ik onderzoek het in de verhalen die ik schrijf, in de coaching die ik geef en ook in de leeslessen die ik verzorg. En ook in wat toekomstige blogposts.

Denk je mee?
Ik stel het op prijs als je meedenkt wat het betekent om te lezen als een schrijver. Lezen schrijvers volgens jou anders dan niet-schrijvende lezers? En als dat zo is: wat is het verschil dan? Onderzoek jij als schrijver ook wat het met ons doet om in verhalen te denken en te leven? Dank je wel als je me dat hieronder bij de reacties laat weten.

Door Ton Rozeman

Schrijver en docent creative writing. Publiceerde verhalenbundels (longlist Ako en Libris) en het handboek 'Korte Verhalen Schrijven'. Zijn meest recente bundel is 'Wat ik van liefde weet'.

12 reacties op “Lezen als een schrijver: hoe doe je dat?”

Als schrijvende veellezer stoor ik me enorm aan slordigheden: gegevens die niet kloppen in relatie tot eerdere tekst, Paus Pius de XII die wordt opgevolgd door Paus Pius XI, een dorp van 35.000 inwoners, waarvan er 15.000 door de nazi’s worden vermoord, 20.000 op de vlucht slaan (en nooit meer terugkeren en 4000 uiteindelijk terugkeren (beide voorbeelden uit In Europa van Geert Mak). Maar ook aan (een veelvoud van) spelfouten erger ik me mateloos. Dat vind ik een belediging van de schrijver (Wereldschaduw van Nir Baram bijvoorbeeld). Ik ontdek ook veel meer fouten dan mijn niet-schrijvende vrouw.
Volgens mij spiegelt zowel protagonist als antagonist zichzelf en zijn omgeving een wenselijk beeld voor in (goede) fictie. Dat is een manier om de wereld – in ieder geval een beetje – naar je hand te zetten. Ik ben daar niet naar op zoek, maar beschouw het onbewust als een gegeven. Als schrijver kun je die ‘schaduwwereld’ juist zo fijn scheppen, omdat je de ‘echte’ wereld van je personages kent.

En dan vergeet ik, man met spel-allergie, nota bene een haakje achter ’terugkeren’…

Herkenbaar Gemma. ‘Waar gaat het over?’ vragen mensen vaak als ik vertel dat ik schrijf. Daar wil ik niet eens een antwoord op hebben. Bijvoorbeeld: ik onderzoek terwijl ik schrijf waarom een mens in staat is om een hond een schop te geven. Het resultaat is een verhaal waar – als het goed is – de lezer een tweede schop zou willen uitdelen om zich vervolgens kapot te schamen.

Ik vind het onderwerp van je blog intrigerend, Ton. Voor mij ligt het iets anders. In eerste instantie lees ik een verhaal als gewone lezer. Inspireert een verhaal mij? Dat kan door een bijzonder vorm zijn of door een inspirerende inhoud, maar uiteindelijk draait het om mijn persoonlijke leeservaring. Raak ik geinspireerd, dan ga ik verder puzzelen, herlezen en proberen te begrijpen hoe de schrijver die ervaring bij mij heeft bereikt.

Vroeger heb ik regelmatig een boek dat me totaal niet aansprak herlezen om te kijken waarom het me niet beviel. Daar heb ik van geleerd. Men deelt niet twee keer met een iemand de lakens, om uit te vinden waarom het niet beviel. Er zijn namelijk slechte boeken te over. Overigens denk ik dat ik een boek eerder een tweede kans geef als de inhoud me niet aanstaat, dan als de stijl me niet bevalt. Ik heb geen idee hoe ik dat kan koppelen aan de vergelijking met het persoon tussen de lakens. Toch spijtig.

Enfin. Ik wil bij eerste lezing zuiver de beleving als lezer hebben. Intrigeert een verhaal me, dan ga ik als schrijver verder graven.

Soms lichten schrijvers zelf een tipje van de sluier op, zoals Alice Munro in ‘What is real?’ (daar heb jij eerder over geschreven) en Frans Kellendonk in ‘Idolen. Over het tweede gebod’. Beide essays gaan over het verhaal als afbeelding van de werkelijkheid. Beide auteurs stellen dat hun verhalen in ieder geval niet zo moeten worden gelezen. Dat gaf te denken over mijn eigen verhalen. Als ik anderen wat laat lezen, menen ze soms zichzelf, mij of bepaalde gebeurtenissen te herkennen. Dat levert vaak ongemak op. Nou kan ik moeilijk zeggen dat mijn verhalen geen enkele relatie hebben met de realiteit, ik gebruik dingen die ik tegenkom. Maar het gaat me er nooit om de werkelijkheid zo goed mogelijk weer te geven. Het verhaal heeft zijn eigen werkelijkheid en alle elementen van het verhaal hebben alleen binnen die werkelijkheid hun functie. Aan niet-schrijvers is dit moeilijk uit te leggen, is mijn ervaring. Het weerhoudt me er soms van verhalen aan anderen te laten lezen.

Dank voor je uitgebreide reactie, Rutger. Dat mensen zich herkennen in personages, zou ik me niet zo aantrekken. Ik heb zelf wel eens een vriendin als uitgangspunt genomen voor een verhaal, om vervolgens van iemand anders te horen dat ze zou zweren dat ik het verhaal op haar leven had gebaseerd. En later bleken ook anderen zich erin te herkennen. Van andere schrijvers hoor ik wel eens dat iemand die ze niet kennen toch echt het idee heeft dat de roman over hem of haar gaat.

Ik neem me weleens voor een boek te lezen om de techniek te ontrafelen, om dan in het verhaal gezogen te worden. Bij herlezing valt de techniek me meer op. Als ik zelf schrijf heeft de inhoud veel van mijn aandacht. Dit al helemaal als ik in een genre schrijf dat ik nog niet beheers. Bij de herschrijf let ik wel op de techniek, in functie van de inhoud.

Herkenbaar, Blogdame. Meer dan eens neem ik me voor vooral op de techniek te letten en word ik al snel zo opgenomen door het verhaal dat ik het ‘vergeet’. Overigens, als ik werk van studenten beoordeel, let ik in eerste instantie juist niet op techniek. Ik laat het verhaal op me inwerken, voel wat het met me doet, waar ik wakker word geschud, waar ik in slaap val, of waar ik ineens hardop iets roep (ja dat gebeurt echt). Pas in tweede instantie let ik op de techniek, en probeer ik daarmee te verklaren waarom ik door een passage wel of niet gegrepen werd.

vijf donderdagavonden verspreid over het studiejaar 2015-2026… 2026? 😉

Mijn ervaring is een andere. Het gaat mij bij het lezen van het boek over de schrijfstijl EN de inhoud. Ik houd niet van sciencefiction, niet van verhalen met geweld en sex. Zo’n kort verhaal zal ik dus nooit uitlezen, hoe goed ook geschreven. Een in mijn ogen slecht geschreven boek over een thema dat mij ligt leg ik ook terzijde. Maar dat laatste had ik ook gedaan wanneer ik zelf geen schrijver was geweest. Wel heb ik sinds ik schrijflessen volg meer oog voor mooie beginzinnen, originele beeldspraak, soepele dialogen. Laatst ontdekte ik een mooie korte verhalenschrijver, de Japanse Nobelprijswinnaar Kawabata. Ik genoot van zijn verhalen, maar ik ben niet gaan ontleden wat zijn techniek is. Ik ben dan echt lezer, geen lezende schrijver.

Dank voor je uitgebreide reactie, Hein. Dat geeft me de gelegenheid me genuanceerder uit te drukken. Het gaat me inderdaad niet zozeer om de inhoud, maar ook niet zozeer om de stijl. Al wil ik geen inhoud die abject is en geen stijl die ongewild afstotelijk is, het gaat me om iets voorbij inhoud en stijl, namelijk het onderzoek om tot een verhaal te komen, het onderzoek naar wat we onszelf en anderen wijsmaken in de poging tot een verhaal en daarmee tot inzicht te komen. Mocht een SF-boek dat onderzoeken, dan zal ik het wellicht lezen, in ieder geval het begin ervan.

Niet-schrijvende lezers vragen: Waar gaat dat boek over?
Antwoord van een lezende schrijver (of schrijfcoach): Uhm… Tja…

Reacties zijn gesloten.