Hoe schrijf je een kort verhaal? Waar begin je je verhaal? Waar eindig je? Hoe hou je het kort?
1. Zie het korte verhaal als een foto
Een kort verhaal en een foto hebben iets gemeenschappelijk: ze maken allebei een relatief kleine uitsnede van een grote werkelijkheid. Maar degene die kijkt of leest, ervaart het niet als iets kleins. Dat kan alleen als je je uitsnede goed maakt.
De uitsnede geeft dan een spanning tussen:
- wat er binnen het kader gebeurt (wat er binnen je verhaal gebeurt)
- wat er buiten het kader gebeurt (wat er buiten je verhaal gebeurt of is gebeurd of zal gebeuren)
Dus er is iets binnen de foto, bijvoorbeeld iemand die naar buiten kijkt. En jij als fotograaf laat een beetje iets zien van wat er buiten te zien is. Maar de kijker ziet vooral die ene persoon en slechts een klein stukje van wat er door het raam te zien is. Daardoor roept het vragen op, en die vragen beantwoordt je een beetje, maar je maakt vooral nieuwsgierig. Zo lijkt de wereld buiten je kader groot.
2. Laat aan het begin van je verhaal iets nieuws beginnen
Stel je voor dat het een gewone dag is als alle andere dagen en dat het ook een gewone dag blijft dan heb je niet die spanning van wat er binnen het korte verhaal gebeurt en wat eraan voorafgaat. Want als er niet iets nieuws gebeurt dan is wat er aan het verhaal voorafgaat, hetzelfde als wat er binnen het verhaal gebeurt. Dan heb je binnen het kader en buiten het kader hetzelfde. Dan heb je niet dat er spanning tussen staat. Maar als je iets nieuws laat gebeuren, ontstaat er voor het personage en ook voor de lezer een spanning.
3. Laat je verhaal vijf voor twaalf beginnen
Neem niet een lange aanloop voordat er iets nieuws gebeurt. Ga niet eerst van alles uitleggen. Zet het verhaal meteen op vijf voor twaalf. Begin meteen met de spanning, begin meteen met het conflict. Op die manier zit de lezer meteen in het verhaal en wil die verder lezen. Bovendien is het dan meteen duidelijk waar het om gaat, zowel voor jezelf als voor de lezer.
3. Stop je verhaal één voor twaalf
Schrijf niet helemaal tot het einde door totdat al het conflict opgelost is of tot alles gecrasht is en er niks meer over is. Maar laat iets in de lucht hangen. Of zorg ervoor dat de lezer al een beetje een beeld heeft van wat er verder zou kunnen gebeuren. Maar ga dat vervolgens niet invullen. Op die manier ontstaat er spanning met wat na het verhaal nog zal kunnen gebeuren. Je kunt natuurlijk wel een beetje voorsorteren, maar zorg dat er genoeg overblijft voor de lezer om zelf verder te denken. Dat heeft weer te maken met de spanning van binnen het verhaal en buiten het verhaal. Er moet ook nog iets buiten het verhaal gebeuren.
4. Rond je verhaal niet af met verlies of winst
Zorg ervoor dat je niet je verhaal beantwoordt met: het loopt goed af of het loopt slecht af. Want dan krijgt het verhaal iets heel geslotens. Hoe moet je het dan wel afronden? Er zit wellicht iets onder het verhaal, dat de hele tijd heeft meegespeeld maar dat een beetje nog onderbelicht gebleven is. Dat onder de oppervlakte gebleven is. Dat kun je aan het eind van het verhaal een rol laten spelen. Dat moet niet als een konijn uit de hoge hoed komen. Maar het moet een beetje verrassend zijn, terwijl als de lezer het verhaal terugleest, denkt: ja natuurlijk!
5. Blijf in het verhaal binnen het kader
Blijf in het moment! Stel je voor: twee mensen zitten in een lift: een jongere vrouw en een oudere vrouw en die lift komt stil te staan. Dat is reuze spannend. Blijf binnen de lift! Haal er niet van alles bij dat misschien vroeger in het leven van een van de vrouwen een rol heeft gespeeld. Want als je in een flashback verdwijnt, of in een langdurige herinnering, dan ga je uit die lift waar juist alles gebeurt.
6. Beperk wat er in het verhaal gebeurt
Als de foto heel erg groot wordt, dan verlies je de spanning tussen wat er binnen het kader en buiten het kader gebeurt omdat er gewoon te veel in het kader is dat een relatie met elkaar aangaat. Als de foto een beperkt aantal elementen in zich heeft, is dat van buiten het kader veel belangrijker. Oké. Hoe kun je binnen het kader beperken? Daarover gaan de volgende tips.
7. Beperk het aantal personages
Je kunt bijvoorbeeld je beperken tot drie personages: de hoofdrolspeler, de tegenspeler en de derde. In de lift kan dat bijvoorbeeld zijn: de jonge vrouw, de oudere vrouw en de persoon over wie zij het hebben en die niet in die lift aanwezig is maar die wel een rol speelt. Bijvoorbeeld de moeder van dat meisje. Dat is wel interessant. Dan heb je dus een personage buiten de lift gehouden. Maar ze praten er wel over. Het personage is wel voelbaar, merkbaar, in het verhaal, waardoor niet alleen het aantal personages beperkt is, maar er ook nog een spanning is tussen de personages in het verhaal of in de lift en buiten de lift.
8. Beperk de tijd waarin het verhaal zich afspeelt
Natuurlijk is het niet verboden om een verhaal te schrijven dat een paar jaar beslaat. Dat kan ook goed en daar zijn zeker voorbeelden van. Alice Munro schrijft bijvoorbeeld korte verhalen die eigenlijk een soort mini-romans zijn. Maar het kan best handig zijn om de tijd in je verhaal te beperken. Het is helemaal niet ongebruikelijk bij een kort verhaal als dat een uur of een dagdeel duurt. Waardoor je dus weer iets kleins hebt binnen het kader en iets groots (namelijk veel meer tijd) buiten het kader. Weinig tijd in je verhaal, veel tijd buiten het verhaal.
9. Beperk het aantal pagina’s
Als het verhaal heel erg lang wordt, dan gaat het vooral veel over zichzelf, over wat er binnen dat kader allemaal gebeurt. Als het vijftig pagina’s is bijvoorbeeld, dan (het kan natuurlijk, daar is niets mis mee) maar dan gaat het vooral om wat er binnen die vijftig pagina’s gebeurt. Terwijl als je drie, vier, vijf pagina’s schrijft, dan is er maar een heel kleine uitsnede die je maakt en dan krijg je wat meer vanzelf die spanning buiten het verhaal.
4 reacties op “Hoe schrijf je een kort verhaal?”
Beste Ton,
Als fotograaf/auteur (het laatste zonder papieren) heb ik jouw ‘Korte verhalen schrijven’ met veel plezier gelezen. Ik zal mijn boek niet nog een keer noemen, maar er staat zeker één verhaal in dat echt is verbeterd na een blog over ‘het abrupte einde’.
Ik zal het filmpje nog bekijken. Kwinkslagen overbodig.
Groet,
Gabriëlle Berning
Beste Gabrielle, Oké hoor dat je verwijst naar je eigen schrijfpraktijk, daar is deze site voor, dan gaat het leven. Het filmpje laat in het kort zien waar het vorige boek Korte Verhalen Schrijven over gaat, dus het zal voor jou vooral herkenning zijn. Inmiddels ben ik bezig aan een nieuw boek over schrijven. Nog een flinke weg te gaan. De meeste blogposts die ik de komende tijd schrijf zijn een opmaat daartoe. Blijf vooral reageren, als je daarvoor voelt, daar kan ik mijn voordeel mee doen.
Duidelijke tips. Met een begrijpelijke structuur. Niet van de hak op de tak. Er is goed over nagedacht door een zeer ervaren docent. Misschien een beetje te droog, te serieus, zonder een enkele kwinkslag verteld. Maar ik hield de aandacht er goed bij.
Dankjewel voor je feedback, Hein. Fijn dat het duidelijke tips voor je zijn. En hopelijk krijg ik op den duur wat meer souplesse hierin.