Op school heb je van alles geleerd, maar wat je er in ieder geval hebt geleerd, is wat het is om op school te zitten. School gaat ook over school.
Wanneer je met iemand een relatie hebt, zul je niet alleen die persoon ervaren, maar je zult ook ervaren wat het is om een relatie te hebben. Relaties gaan ook over relaties.
Idem dito met het leven. Wat de zin van het leven ook mag zijn, het laat je in ieder geval ervaren wat het is om te leven. Het leven gaat ook over leven.
Waarover gaat kunst?
In de kunst is het niet anders. Toneel bijvoorbeeld. Toneel kan gaan over allerlei zaken, over ouderdom, liefde, macht, you name it. Maar toneel gaat ook over toneel, en over het toneelmatige van het leven: over dat we rollen hebben, dat we maskers dragen, dat we ons verhouden tot een publiek. In dat wat toneel nou eenmaal is en doet, laat het iets van het leven zien. In de vorm toont het een thema en een inhoud.
Een andere kunstvorm: film. Film kan over van alles gaan, maar gaat ook over film: over kijken, over bekeken worden, over zichtbaar zijn en onzichtbaar zijn. In dat wat film nou eenmaal is en doet, laat het iets van het leven zien. Ook hier toont de vorm een thema en een inhoud.
Dan is het inmiddels tijd voor de vraag: waarover gaan verhalen?
Waarover gaan verhalen?
Verhalen kunnen uiteraard over van alles gaan. Laat ik een paar voorbeelden geven. Clarice Lispector schreef over een vrouw die uit een kliniek is ontslagen en die zich nu zorgen maakt of het geestelijk wel goed met haar zal gaan (De navolging van de roos). Franz Kafka schreef over een handelsreiziger die op een ochtend als een ondier ontwaakt , liggend op zijn pantserachtig harde rug (De gedaanteverwisseling). Lydia Davis schreef over een man die na het uitgaan van de relatie letterlijk de balans opmaakt: wat heeft de relatie gekost — per uur, per dag — en wat heeft de relatie opgebracht? (Uitsplitsen)
Maar hoe verschillend deze verhalen ook zijn, ze hebben één ding gemeen: ze gaan ook over verhalen. Ze gaan over hoe mensen tot verhalen komen, over hoe ze in verhalen leven, over wat mensen zichzelf en anderen vertellen. Ze gaan over het verhalende van verhalen, over het verhalende van het leven.
Laat me dat toelichten.
Het verhalende bij Clarice Lispector
Lispectors hoofdpersoon, Laura, fantaseert over hoe haar dag zal zijn als alles normaal verloopt. En wat is fantaseren anders dan een verhaal maken? Dat verhaal is voor haar van levensbelang, haar verhaal moet blijven kloppen, ze mag niet opnieuw doordraaien.
Het verhalende bij Franz Kafka
En Kafka’s handelsreiziger, Gregor, negeert de nieuwe werkelijkheid waarin hij een ondier is. Hij vertelt zichzelf dat hij zal opstaan, dat hij naar zijn werk zal gaan, dat hij de trein zal halen. En hij vertelt het niet alleen zichzelf, hij vertelt het ook — vanachter een dichte deur want ze mogen hem niet in zijn nieuwe gedaante zien — tegen de andere gezinsleden. Zie hier het verhaal waarin hij wil geloven, waarin hij de mensen om zich heen wil laten geloven.
Het verhalende bij Lydia Davis
Ook Davis’ hoofdpersoon leeft in een verhaal. Een verhaal waarmee hij grip probeert te creëren op de voorbije relatie. Een verhaal waarin hij de dingen op een rij heeft gezet en van een prijskaartje voorzien. Dat verhaal creëren is zijn manier om met het afscheid om te gaan.
Alle drie de verhalen zíj́n dus niet alleen verhalen, ze gáán ook over verhalen, over hoe mensen verhalen vormen, er houvast in zoeken, er een identiteit aan ontlenen.
Misschien klinkt het kunstmatig dat verhalen over verhalen gaan. Misschien klinkt het daardoor alsof verhalen vooral naar zichzelf verwijzen en zich buiten het echte leven plaatsen. Maar juist omdat ze laten zien hoe we in onze verhalen onze levens vormen, zou ik verhalen eerder wezenlijk dan kunstmatig noemen. Verhalen leggen het verhalende van het leven bloot.
Daarover meer de volgende keer. Je kunt je onderaan de pagina abonneren op dit blog, dan ontvang je automatisch een melding van een nieuwe post.
4 reacties op “Waarover gaan verhalen eigenlijk?”
Het gaat nooit waarover het gaat. Verhalen als Matroesjka’s. Verhalen en zelfreferentie: bij voorkeur in de diepere betekenislagen. Al te openlijke zelfreferentie in films (Woody Allen) en Road Runner cartoons is soms moeilijk te hachelen voor de meelevende consument.
Wijze woorden, Gabriëlle: het gaat nooit waar het over gaat.
En een verhaal hoeft niet moeilijk te doen. ‘Zij had haar mooiste knikker verloren en ze wilde hem terug.’ Best eenvoudig, maar er is toch al een personage dat zelf een verhaal maakt en dat met dat verhaal zal moeten dealen.
Hoi Ton, ja dat is een filosofische kijk op schrijven. Maar ook zeg je: ,,denk goed na over wat nu eigenlijk het verhaal van de personages is”. Dat is best lastig soms.
Hoi Lis, ja, dat kan best lastig zijn. Misschien helpt het als je je afvraagt: wat zou mijn personage hierover van de daken willen schreeuwen? Of willen vertellen tegen die ene persoon die belangrijk voor haar is? Of wat zou ze absoluut niet willen dat anderen van haar weten (ook dat is namelijk een verhaal).
Helpen die vragen al iets?
En wat misschien ook helpt is dat ik hier nog veel over zal bloggen 🙂 En met voorbeelden uit de literatuur zal komen.
En dank je wel trouwens voor je reactie, die helpt mij om er verder over te denken en te schrijven.